Recensie ‘Chinese propaganda verblindt de wereld’ door Lilian Kranenburg

Chinese Propaganda seducing the world

Jeanne Boden

Met deze titel brengt Dr. Jeanne Boden de lezer in het domein van de Chinese propaganda die erop uit is mensen zowel in China als daarbuiten voor de Chinees Communistische Partij te winnen.  Met de komst van Xi Jinping is het propaganda-apparaat verder uitgebouwd, wordt het intensiever toegepast en wordt het bewust ingezet om internationaal de Partij in al zijn goede hoedanigheden te belichten. Boden betoogt dat na de neergang van het hoegenaamd heilzame Communisme, China opzoek ging naar een nieuwe identiteit. China’s nieuwe mythe is er een die ideologieën van verschillende presidenten omvat, met de tijd mee verandert, en economische, juridische, sociale en ideologische aanpassingen maakt wanneer dit de nieuwe nationale mythe ondersteunt. Dit alles onder sturende leiding van de Chinese Communistische Partij.

Gebruik van propaganda is niets nieuws

De oorsprong van hedendaags gebruik van propaganda ligt besloten in de lange traditie van ‘sinificatie’ van historische en culturele gebeurtenissen.  Vanwege haar vermeende culturele superioriteit, werd de cultuur van de Han Chinezen verheven boven die van andere, veelal kleinere, minder cultureel hoogstaande etnische groepen.  Zo werd de taal van de Han, het Mandarijn, de hoofdtaal en werd het uitheemse Boeddhisme verrijkt met Chinese karakteristieken en mondde het Marxisme uit in een socialistische maatschappij met Chinese karakteristieken.

Gebrek aan propaganda een voorbode voor chaos

Boden beschrijft hoe de historische transformatie van het gebruik van propaganda vanaf de stichting van de Volksrepubliek vele gedaanten heeft gekend.  Was de geplande economie vanaf 1949 het gekoesterde kind van de propagandamachine, evolueerde deze in een die decollectivisatie aanprees en vervolgens internationalisatie van de economie.  Zij beschrijft hoe de doodsangst er goed inzat toen in 1989 studenten het Plein van de Hemelse Vrede bezetten en demonstreerden tegen het gebrek aan vrije meningsuiting en de wijdverbreide corruptie.  Binnen de Partij vond toen eveneens een verwoede strijd plaats om invoering van politieke hervormingen. Nadat de opstand op bloedige manier was neergeslagen, werd de toenmalige premier Zhao Ziyang ervan beschuldigd de demonstranten te hebben willen ondersteunen en zich te hebben ingelaten met liberale ideeën uit het Westen.

Een doodzonde, want de greep van de Partij op de samenleving, en daarmee de legitimiteit van de Partij, was daarmee op losse schroeven komen te staan – in feite was het verliezen van controle over de opstanden die in meerdere steden in China de kop opstaken, te wijten aan een falend propaganda-apparaat. Vanaf dat moment zou het propaganda instrumentarium krachtig worden ingezet om voortaan de koers van de Partij te dienen. De Zuidelijke Toer in 1992 waarin Deng Xiaoping zijn legendarische landelijke campagne startte ter meerdere glorie van China’s economische vooruitgang, werd ondersteund met verschillende, nu heel vertrouwde, leuzen (“het maakt niet uit of een kat zwart of wit is, zolang hij muizen vangt”) waarin buitenlands kapitaal het land mocht binnenstromen.

Propaganda werkt hechtend

Arbeid, de mooiste melodie

Hedendaagse propaganda richt zich op de groep, niet het individu. De groep wordt afgebeeld als een hechte, gelukkige entiteit met gemeenschappelijke doelen. Propaganda is de lijm die de Chinezen bindt en is daardoor de motor voor het groeiende nationalisme, zegt Boden. Het werkt niet alleen top-down, maar verleidt zowel Han als niet-Han Chinezen deel te nemen aan de retoriek en campagnes van de Partij.  Zij die niet deelnemen zijn verstotelingen. Ieder vijfjarenplan kent zijn eigen propaganda dynamiek, van pilotprojecten tot ruimtevaart, van staatsgeleide economische groei tot de Olympische Spelen en de Shanghai Expo.  Met de roep om innovatieve groei te stimuleren, zijn startups de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond gerezen. Boden toont dat iedere activiteit of campagne de veerkracht en relevantie van de Partij voor de Chinese samenleving dient te tonen.

Nationale identiteitscrisis

Xi Jinpings ‘Chinese Droom’ omhelst een bonte kakofonie van alles dat goed is aan China, met een Chinees Utopia als centrum.  Veel van het oude was gedurende de Mao jaren weliswaar vernietigd, maar zegt Boden, alles dat vernield is, is ook weer op te bouwen – waarmee Beijing een nieuwe, moderne versie van het verleden creëert. Met de Grote Verjongingskuur die is ingezet, wil Beijing de antieke cultuur van China nieuw leven inblazen en vitaal maken. Xi is vastberaden de keizerlijke grootsheid van weleer terug te brengen, want China worstelt al decennialang met een nationale identiteitscrisis.  Immers, wat betekent Chinese beschaving in de kern en wie bepaalt dat? Boden stelt dat deze vooral wordt vormgegeven door wat Beijing zegt dat deze omvat.

Hoe China sterk kan worden, omdat wij de CCP hebben

Het propaganda-apparaat laat zien hoe het Chinese Rijk zich weet te herpakken, hoe het land zich weet op te bouwen, sterker wordt en op eigen krachten moderniseert. Antiwesterse sentimenten krijgen voldoende ruimte om uitgedragen te worden, terwijl een groeiend nationaal bewustzijn een grotere assertieve vaderlandslievendheid oproept.  Antiwesterse blogs worden geprezen. Entertainmentnieuws over Westerse levensstijl, Westerse mensen met sterallures of nieuws met grapjes maakt over Chinese waarden, worden verbannen.  Sterker nog, nieuwszenders hebben te verstaan gekregen dat China’s waardigheid beschermd moet worden en dat buitenlandse televisieprogramma’s hier geen rol in kunnen spelen.

China’s mondiale aspiraties

De China droom is onze jeugddroom

China’s propaganda pijlen zijn niet alleen gericht op de burgers in eigen land.  Boden beschrijft hoe de Partij studentennetwerken, Chinese bedrijven en de talrijke Chinese gemeenschappen overal ter wereld, in beweging weet te zetten ten bate van zichzelf. Bovendien wordt veel gedaan om China als harmonieus land te tonen waarin blije, gelukkige en gastvrije mensen leven. Tijdens de Olympische Spelen werd dit beeld mede bekrachtigd door de inzet van streng geselecteerde vrijwilligers die als modelburgers werden gepresenteerd. Wat Bodens boek interessant maakt is dat zij met voorbeelden komt hoe de woorden van buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders vaak met een draai vertaald worden zodat het lijkt alsof deze China louter complimenten maakt.  President van het IOC Jacques Rogge, bijvoorbeeld, zei dat de Spelen (2008) ‘werkelijk exceptioneel’ waren en werd dit vertaald als ‘onvergelijkbaar.’ En daarmee waren de Spelen een ‘overwinning’, ‘de beste ooit.’ Een belangrijke mijlpaal voor een land dat oude wonden uit de Eeuw van Vernedering (1839-1949) aan het likken was en met trots zijn grootsheid gerehabiliteerd zag.  Soft power initiatieven als deze hebben China geholpen om op het wereldtoneel aanzien terug te winnen.

AIIB en BRI

Met de oprichting van de Asia Infrastructure & Investment Bank en het mondiale initiatief van de Belt & Road vergroot China haar invloed in de wereld gestaag.  Boden stelt dat met de investeringen die China wereldwijd doet, het land ook politieke invloed vergaart in landen ver buiten haar grenzen. Een wereldwijd opererend bedrijf als COSCO wordt gerund door mensen die lid zijn van de CPC.  Het verbaast haar dat er zo weinig, of zo laat, kritische discussie op gang is gekomen om China’s aanwezigheid op strategische locaties aan de tand te voelen. Boden lijkt aan te willen tonen dat China bewust een beleid van ‘debt diplomacy’ voert: kwetsbare landen blij maken met financiering van riante infrastructuurprojecten die heel waarschijnlijk niet terugbetaald kunnen worden, waarna opnieuw voorwaarden onderhandeld moeten worden, altijd ten nadele van het land in kwestie. Daar zijn de meningen wel heel erg over verdeeld – China heeft immers ook schadeposten opgelopen (Venezuela) en lijken veel landen waar BRI postvat juist uitgesprokener te worden in hun houding jegens China.

Jeanne Boden

Het boek geeft een goed chronologisch overzicht van de opmars van China en de propaganda die daar onlosmakelijk mee gekoppeld is. In haar epiloog echter onderbouwt Boden wat haar motiveerde dit boek te schrijven en hoe de wereld eruit zou kunnen zien indien de voortgang van China in de wereld kritiekloos door iedereen aanvaard blijft worden. Deze zwart-wit stelling is jammer, maar met deze motivatie had zij wel beter kunnen aanvangen. De grote hoeveelheid gegevens lezen als voldongen feiten, terwijl we het hier ook hebben over inzichten – die zijn nauwelijks neutraal te noemen. Ook China kan de toekomst niet volledig sturen, en zijn derden net zo belangrijk in het bepalen van een koers die bij hen past. Kritiek, angst en bezweringen uiten, zullen niet bijdragen aan een effectief en opbouwend antwoord waar de wereld veiliger van wordt. Met andere woorden, westerse antipropaganda werkt uiteindelijk tegen ons. Dat wil zeggen dat op China’s weinig transparante handelingen, wereldambities en plannen slim en doortastend geanticipeerd moet worden. Dat betekent voorwaarden stellen in die sectoren waar we zelf heer en meester willen blijven en Chinese investeringen verwelkomen die bijdragen aan gemeenschappelijke veiligheid, gezondheid en vrede. Dat stukje miste ik.

Chinese propaganda seducing the world, Jeanne Boden, PUNCT, Brussel, 2019, ISBN 9789082336443 In juli verschijnt de Nederlandse versie: Chinese propaganda verblindt de wereld, PUNCT, Brussel 2019

Deze recensie is geschreven door Lilian Kranenburg aan de hand van de Engelse versie.  Het artikel verscheen 3 juni 2019 op Crowdblog China2025.nl

 

Tags: , , , , ,

No comments yet.

Leave a Reply